De huidige woningbouwplannen kunnen bijna 600.000 woningen opleveren de komende negen jaar. De resterende 300.000 woningen in de woningbouwopgave kunnen het beste in groene ruimtes rondom steden gebouwd worden. Dat beweert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een studie naar de bouw van 1 miljoen woningen voor 2030.
Er is ‘voldoende aanbod in alle zeven provincies mogelijk’ om het woningtekort op te vangen, concludeert het EIB in zijn rapport dat op maandag verschijnt. Het instituut onderzocht de woningbouwplannen in de zeven provincies met de grootste woningbouwopgave. Rekening houdend met uitval en vertraging van plannen, zou er nog een opgave resteren van ongeveer 300.000 woningen die in nieuwe gebieden gebouwd moeten worden.
Die woningen kunnen wat het EIB betreft het beste in ‘groene locaties’ gebouwd worden in de provincies met de krapste huizenmarkten. Dat zijn Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Flevoland, Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant. De exploitatiemogelijkheden, bouwtempo en bouwcapaciteit zijn volgens het instituut namelijk gebaat bij nieuwe woningbouw in groene locaties rondom steden.
Groene ruimtes
Vanwege het woningtekort in Nederland pleiten bouwers en politieke partijen ervoor om een miljoen woningen erbij te bouwen in de komende tien jaar. Van de huidige woningbouwplannen (in totaal 585.000 woningen voor deze zeven provincies) is 75 procent van de locaties geconcentreerd in binnenstedelijk gebied, vooral in de Randstad, schrijven de onderzoekers van het EIB. “Door zoekgebieden in groene ruimtes toe te voegen ontstaan niet alleen meer woningen, maar wordt ook meer balans aangebracht tussen binnenstedelijk aanbod en aanbod in groene ruimtes.”
Op landbouwgrond
Het instituut berekende dat in de mogelijke nieuwe locaties voor woningbouw in totaal 380.000 woningen opgeleverd kunnen worden waarbij al rekening is gehouden met eventuele uitval van plannen. De mogelijke nieuwe locaties die het EIB voorstelt, liggen onder meer op landbouwgrond zoals glastuinbouwgebied, recreatiegebied, onbebouwd gebied en deels bebouwd gebied, maar niet in Natura 2000-gebieden of duin- en bosgebieden.
De voorgestelde locaties liggen in Amsterdam-Noord, Haarlemmermeer rondom Nieuw-Vennep, Purmerend en omstreken, Alkmaar Oost, Leiden Oost, Zoetermeer en omstreken, Rotterdam Zuid, Sliedrecht Noord, Utrecht en omstreken, Amersfoort Noord, Mijdrecht en omstreken, Den Bosch Oost, Breda Oost, Eindhoven Noord, Apeldoorn Oost, Arnhem Zuid, Zwolle Noord en Almere en omstreken.
Onzekerheid
De extra locaties zijn volgens het EIB nodig om de woningbouwopgave aan te vullen en omdat niet alle plannen in de praktijk tot realisatie zullen leiden. In de zeven provincies blijkt dat slechts 40 procent van de woningbouwplannen vanaf 2020 tot en met 2029 van een bestemmingsplan zijn voorzien. Daardoor is er nog veel onzekerheid over het aantal uiteindelijke woningen.
Toch kunnen de huidige woningplannen voor honderdduizenden woningen de komende tien jaar al na een paar jaar resulteren in een verruiming van de woningmarkt, stelt het EIB. Een deel van de nieuwe locaties kan dan pas na 2030 ingezet worden.
Stadsranden
De onderzoekers hebben voor dit rapport nog niet gekeken naar de bouwmogelijkheden langs de randen van steden en bedrijventerreinen. “Terwijl daar juist een kans ligt voor veel woningbouw,” zegt Rijksbouwmeester Floris Alkemade. “We hebben voldoende locaties in de planning, blijkt ook uit dit rapport.” Hij is het niet eens met de voorgestelde locaties rondom steden. “Dat is helemaal niet nodig. We hebben open gebieden nodig om de CO2-uitstoot terug te dringen, landbouw te verduurzamen en hittestress tegen te gaan, bijvoorbeeld.”
Alkemade haakt in op de term ‘woningtekort’ dat volgens de onderzoekers van het rapport ‘geen goed vertrekpunt biedt om de woningbehoefte in termen van aantallen toe te voegen woningen te bepalen’, zoals het bouwen van een miljoen extra woningen.
Alkemade: “We moeten de vraag op een andere manier benaderen: wat gebeurt er in onze woonomgeving en met de 8 miljoen woningen die we al hebben, en hoe verandert de Nederlandse demografie? De Nederlandse bevolking groeit niet bijvoorbeeld, maar de tijdelijke buitenlandse migratie wel en de vergrijzing neemt toe. Welke woonbehoeften horen daarbij?”
bron: www.cobouw.nl